Vandaag was ik bij de huisarts. Ik was er 3 jaar niet geweest. Nu was het ook gelukkig maar een routine dingetje. Het gaf me wel de gelegenheid om mijn huisarts te bedanken en terug te geven hoe zij het leven van mijn kind gered heeft.
Zij kreeg hem weer ‘aan’ in een gitzwarte periode in zijn leven. Ik vertelde haar dat ze op zo’n subtiele wijze het gesprek aan ging met mijn -destijds- 12-jarige. Ze gebruikte precies de juiste woorden, intonatie, tempo en volume. Ze liet hem voelen dat ze hem zag… De verbinding die ze met hem legde, gaf mijn kind vertrouwen. Precies het vertrouwen dat hij nodig had.
Ik zag dat mijn woorden mijn huisarts ontroerde.
De huisarts op haar beurt gaf mij een compliment. Dat ik als een leeuwin voor mijn kind was gaan staan. Precies de juiste hulp voor hem had geregeld, tijdens het lange proces dat hij uiteindelijk doorliep. Dat ik dwars door en langs systemen was gegaan. Moeilijke keuzes heb moeten maken. Maar… dat dat er voor gezorgd heeft dat mijn jongste nu geweldig in het leven staat.
Het klopte wat mijn huisarts zei. Zo was het gegaan.
Ook ik kreeg tranen in mijn ogen. Mijn jongste is nu wijzer dan menig 50-jarige.
Op een waanzinnig mooie manier vult hij zijn schoolcarrière in. Hij is inmiddels 17, heeft een leuk vriendinnetje en een fijne bijbaan, waar ze volop in hem investeren. En vooral: hij is gelukkig.
En het allermooiste: hij wil later minister president worden. En zo zeg ik tegen de huisarts: reken maar dat mijn kind als eerste jullie als huisartsen gaat helpen.
Mijn huisarts lachte. Ik ook. Juist dit moment liet ons zien dat we moeten blijven knokken. Als je elkaar vindt en vastpakt, anders durft te denken en doen, is er altijd een oplossing.